Koningshuis Inkomsten

koningshuis
Vraag aan het CDA, D66, de PvdA en de VVD (29 oktober 2016, kamerlid Amhaouch, kamerlid Pechtold, kamerlid Recourt en kamerlid van der Burg)
Houd u bij de bepaling van wat ons koningshuis mag kosten ook rekening met wat sommige directeuren ‘verdienen’ en wat ons koningshuis opbrengt? Bij reizen in het buitenland gaan voor onze industrie toch deuren open en de zogenaamde ‘Captains of Industry’ vullen hun zakken, die ze niet volkrijgen als bijvoorbeeld premier Rutte dat zou proberen. De Duitse president zal niet veel minder kosten en zeer zeker minder opbrengen. Geef de koning 5% van hetgeen hij ‘ophaalt’. Wat zijn uw inzichten voor het bepalen van de inkomsten van het koninklijk huis?

Antwoord van D66 (29/11/16, kamerlid Pechtold)
Dank voor uw vraag. D66 is voor een ceremonieel koningschap. Wij erkennen dat het staatshoofd van grote waarde kan zijn als nationaal symbool. Niet alleen in eigen land, ook op bezoeken in het buitenland. U verwijst terecht naar handelsmissies waar de aanwezigheid van het staatshoofd extra kan helpen.
Daarbij is het belangrijk dat de koning en zijn vermoedelijke troonopvolger financieel onafhankelijk zijn. Tegelijkertijd is het voor het draagvlak voor de monarchie ook nodig eerlijk en open te zijn over de inkomsten en vergoedingen die zij krijgen, omdat de koning een bijzondere positie in ons staatsbestel heeft. Rutte is nu te vaak vaag en onduidelijk over de koninklijke inkomens die zij ontvangen en de belastingen die zij betalen. Daardoor ontstaat er discussie en wordt de koning in een lastige positie gebracht. Het is bij uitstek de taak van de premier om te zorgen dat er geen discussie ontstaat over de positie van de koning, dat zijn positie niet kwetsbaar wordt.
Nu is er nog te weinig inzicht waar de huidige vergoedingen op gebaseerd zijn en hoe ze zijn opgebouwd. D66 heeft in haar verkiezingsprogramma voor 2017 staan dat uiteindelijk de koninklijke inkomens moeten worden vastgesteld met inachtneming van de Wet Normering Topinkomens. Ook de overige vergoedingen moeten tegen het licht gehouden worden om ze bij de tijd en toekomstbestendig te maken.

Antwoord van het CDA (22/12/16, kamerlid Amhaouch)
Dank voor uw vraag. Het CDA is trots op ons Koninklijk Huis. De Koning en zijn familie zetten zich zowel in binnen- als buitenland op voortreffelijke wijze in voor de Nederlandse belangen. Terecht haalt u aan dat de aanwezigheid van onze Koning bij handelsmissies het Nederlandse bedrijfsleven veel geld oplevert. Door zijn aanzien en contacten maakt hij de weg vrij voor Nederlandse bedrijven en politici. Met name ons huidige Koningspaar is zeer actief als het gaat om economische handelsmissies. Onze Koningin zet zich daarbij in het bijzonder in voor microkredietfinanciering voor ondernemers.
Tegelijkertijd richt het politieke debat zich vaak eenzijdig op het Koningshuis als ‘kostenpost’. Er wordt vooral gekeken naar de kosten en niet het economisch voordeel dat ons Koningshuis Nederland oplevert. Het CDA betreurt dit. Ons Koningshuis kost geld, maar levert Nederland nog veel meer op. Bovendien kan dit niet alleen maar in geld worden uitgedrukt. Oranje staat voor vrede, veiligheid en welzijn. Daarnaast heeft de Koning een onmisbare verbindende rol binnen onze samenleving waar ik als zoon van een immigrant veel waarde aan hecht. Nationale feestdagen als Koningsdag zorgen voor een gevoel van samenhorigheid onder de bevolking. Niets voor niets geniet het Koningshuis anno 2016 nog altijd een groot draagvlak onder de Nederlandse bevolking.
De Koning kent een bijzondere positie in ons staatsbestel. Hiervoor is een bijzondere vergoeding op zijn plaats. In 1972 zijn afspraken gemaakt over de vergoeding die de Koning en zijn familie recht op hebben en in 2009 zijn deze nogmaals tegen het licht gehouden. De opbouw van deze bedragen ligt wettelijk vast en dan moeten we niet elk jaar gaan discussiëren over individuele bedragen die hieruit voortvloeien. Wel moet er op een duidelijke en transparante wijze gecommuniceerd worden over de kosten van ons Koningshuis. Helaas gebeurt dit regelmatig onvoldoende. De minister-president is vaak schimmig als het gaat over de kosten van het Koninklijk Huis. Hierdoor brengt hij de Koning in een lastige positie.
Het CDA ziet kortom geen aanleiding om de huidige vergoedingen voor het Koningshuis aan te passen. Er zijn duidelijke afspraken over de opbouw van de vergoedingen gemaakt die meermaals tegen het licht zijn gehouden. Wel dient er duidelijke gecommuniceerd te worden over de gemaakte kosten. Alleen dan voorkomen we dat er afbreuk wordt gedaan aan het grote draagvlak dat ons Koningshuis geniet.

Antwoord van de VVD (30/12/16, kamerlid van der Burg)
Hartelijk dank voor uw vraag aan de VVD. De VVD draagt het Koninklijk Huis, samen met de meeste Nederlanders, een warm hart toe. Oranje brengt veel mensen samen in dit land. Bovendien opent onze Koning deuren in het buitenland, hetgeen goed is voor de BV Nederland. Het inkomen van de leden van de Koninklijke familie, waar u naar verwijst, is vastgelegd in het financieel statuut Koninklijk Huis. Die wet is tot stand gekomen in 1972 en in 2009 nog geheel herzien. Toen was er overigens Kamerbrede steun voor die wet, en dus voor de bedragen die erin zijn opgenomen. Wij zien er weinig heil in om die wet te vervangen door een constructie waarbij de inkomsten worden gekoppeld aan het bedrag dat de Koning ´ophaalt´, zoals u dat voorstelt.
De VVD is een realistische partij. Wij zijn ons er maar al te goed van bewust dat een koningshuis geld kost. Dat dit belastinggeld is, waar zorgvuldig mee omgegaan moet worden staat als een paal boven water. Wat ons betreft is het dan ook van belang om over de kosten die gemaakt worden zo transparant mogelijk te zijn. De uitgaven die gedaan worden ten behoeve van het koningshuis en alles daaromheen zijn duidelijk terug te vinden in de Rijksbegroting. Deze zijn dus voor iedereen inzichtelijk. Elk jaar worden al die uitgaven uitvoerig besproken in het parlement tijdens de begrotingsbehandeling van de Koning. Die openheid is cruciaal voor de positie van het Koninklijk Huis. Dat debat moeten we dus vooral blijven voeren.

Geen antwoord van de PvdA (29/1/17, kamerlid Recourt)
Na 3 maanden en twee keer rappelleren is geen antwoord ontvangen.

1 reactie


  1. ·

    Daar ben ik het mee eens. Maar telkens vlak voor de verkiezingen menen sommige het toch weer te moeten aansnijden om een punt te maken. Dat ergert mij. De koning kan op deze ‘problematiek’ uiteraard niet reageren. Ik denk dat een president niet veel minder zal kosten. Maar desalniettemin bedankt voor u stelling.

    Beantwoorden

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *