Defiscalisering Partneralimentatie

defiscalisering

Vraag aan D66, de PvdA en de VVD (7 augustus 2015, kamerlid Berndsen, kamerlid Recourt, kamerlid van Oosten)
Met belangstelling heb ik kennis genomen van het initiatief wetsvoorstel tot verkorting van de alimentatieduur. Tot mijn teleurstelling zie ik dat er geen defiscalisering van de partneralimentatie is overwogen. Ik ben zelf alimentatie betaler (3.000 euro p/m) en als ZZP vaak werkzaam in het buitenland. Bij verblijf van 6 maanden of meer dien ik mij uit te schrijven en wordt ik belastingplichtig in het land waar ik dan (tijdelijk) verblijf. In veel landen (binnen en buiten Europa) wordt betaalde alimentatie niet fiscaal verrekenend. Dus ik dien 3.000 euro te betalen uit mijn netto salaris, waarover vervolgens door de ontvanger ook weer belasting wordt betaald binnen Nederland. Het feit dat ik de volledige alimentatie uit mijn netto buitenlandse inkomen moet betalen, zonder enige aftrek, is een bijzonder zware last. Defiscalisering zou het geheel transparanter maken en de werkmobiliteit naar het buitenland vergroten.
Vragen:

  1. welke overwegingen zijn er gemaakt om defiscalisering niet in het voorstel te betrekken?
  2. zijn er plannen om in de toekomst alsnog tot defiscalisering over te gaan?
  3. wat is het verwachtte tijdspad voor het initiatief wetsvoorstel?
  4. is er een overgangsregeling voor bestaande alimentatieregelingen, of moet er een (dure) rechtsgang worden doorlopen?

Antwoord van D66 (10/8/15, kamerlid Berndsen)
Ik verzoek u deze vraag voor te leggen aan de 1e indiener van het wetsvoorstel de heer van Oosten van de VVD.

Antwoord van de PvdA (25/8/15, kamerlid Recourt)
U vraagt ons naar de plannen voor de herziening van de partneralimentatie en of de PvdA hebben overwogen om de partneralimentatie te herzien. De initiatiefnemers hebben dit zeker overwegen, maar de fiscale wetgeving is zeer complex. Door defiscalisering moeten er echter een groot aantal wettelijke regels en de uitvoering daarvan worden aangepast omdat het verzamelinkomen van de ontvangende partner zou dalen en die van de betalende partner zou stijgen. Dit zou tot onrechtvaardige gevolgen kunnen leiden voor bijvoorbeeld toeslagen en andere faciliteiten. Om die reden hebben initiatiefnemers van defiscalisering afgezien.

Antwoord van de VVD (23/9/15, kamerlid van Oosten)
Hartelijk dank voor uw bericht. Door diverse werkzaamheden was ik spijtig genoeg niet eerder toegekomen aan de beantwoording van uw vraag. Allereerst dank voor uw betrokkenheid bij de initiatiefwet partneralimentatie die ik samen met de heer Recourt en mevrouw Berndsen aanhangig heb gemaakt. Ik geef u daar graag nog wat meer informatie over. Het initiatiefwetsvoorstel behelst het voornemen om de partneralimentatie eerlijker, simpeler en korter te maken. Het veranderen van de grondslag, vereenvoudigen van de berekeningsmethode en verkorten van de duur moet dit gaan bewerkstelligen. Het is tijd voor een nadere wettelijke regeling die weer wordt aangepast aan de ontwikkelingen in de samenleving ten aanzien van het huwelijk en de scheiding.
De kansen op de arbeidsmarkt zijn hierbij het uitgangspunt, bijvoorbeeld wanneer die kans kleiner is geworden als gevolg van een eventuele langdurige afwezigheid van de arbeidsmarkt tijdens het huwelijk. De toegang tot partneralimentatie wordt dan ook beperkt tot degenen die daadwerkelijk als gevolg van de tijdens het huwelijk gemaakte keuzes een extra steun in de rug nodig hebben om weer terug te kunnen keren op de arbeidsmarkt. Het wetsvoorstel voorziet ook in een prikkel om weer zelfstandig op eigen benen te gaan staan. Bij huwelijkse voorwaarden of in een geregistreerde partnerschapovereenkomst kunnen partijen afspraken maken die afwijken van de wettelijke minimumregeling. Contractsvrijheid is daarbij het uitgangspunt.
Ook is de VVD ervan overtuigd dat de bestaande praktijk waarbij de onderhoudsgerechtigde anders dan voorzien zich vaak niet voorbereidt op de terugkeer op de arbeidsmarkt door bijvoorbeeld scholing of (vrijwilligers)werk, niet meer (zo lang) voor rekening van de onderhoudsplichtige dient te komen. Uitgangspunt is immers dat een ieder in zijn eigen levensonderhoud dient te voorzien. De VVD wil juridisch gedoe tegengaan: er wordt in Nederland relatief veel over het fenomeen partneralimentatie geprocedeerd. Ook wordt ons land geconfronteerd met een stijging van het aantal incasso- en conflictzaken. Vanuit het oogpunt van de rechtsgelijkheid in ons land kunnen alle bovengenoemde nieuwe maatregelen echter niet met terugwerkende kracht worden gehandhaafd. Dit zou in strijd zijn met de rechtszekerheid. Voor oude gevallen blijft het dus hetzelfde.
Ik heb kennis genomen van uw mail en vragen. Met betrekking tot uw eerste en tweede vraag kan ik u meegeven dat ik samen met de heer Recourt en mevrouw Berndsen de mogelijkheid van defiscalisering van de partneralimentatie heb onderzocht. Defiscalisering zou op zich een forse bezuiniging op de administratieve lasten met zich meebrengen (in de orde van grootte van 100–140 miljoen euro per jaar), maar daarentegen zou een zeer groot aantal wettelijke regels, en de uitvoering daarvan, moeten worden aangepast. Dit omdat het verzamelinkomen van de ontvangende partner zou dalen en die van de betalende partner zou stijgen. Dit zou tot onrechtvaardige gevolgen kunnen leiden voor bijvoorbeeld toeslagen en andere faciliteiten. Daarom hebben wij besloten defiscalisering niet in het wetsvoorstel te betrekken. Naar huidige omstandigheden zijn er derhalve geen plannen om tot defiscalisering over te gaan.
Het aangeven van een specifiek tijdspad is lastig, omdat een vast tijdschema er niet is. Enkele weken geleden is een nieuwe stap in de goede richting gezet: het wetsvoorstel is opgestuurd naar de Raad van State. Wanneer de Raad van State advies over het initiatief heeft gegeven zal het wetsvoorstel terugkeren naar de Tweede Kamer, alwaar door de Kamerleden gereageerd zal worden op de nieuwe wet. Het verslag van de Raad van State zal gebruikt worden bij de behandeling om vervolgens bij een meerderheid in de Tweede Kamer de initiatiefwet door te kunnen sturen naar de Eerste Kamer. Ik verzoek u de ontwikkelingen omtrent de initiatiefwet op de voet te volgen middels Kamerstukken en media.
Met betrekking tot het overgangsrecht is gekozen voor de zogenoemde eerbiedigende werking. Dit betekent dat het oude recht, zoals dat gold vóór de inwerkingtreding van het onderhavige wetsvoorstel, van toepassing blijft op uitkeringen inzake partneralimentatie die voor de inwerkingtreding van de nieuwe regeling door de rechter zijn vastgesteld of tussen partijen zijn overeengekomen. In uw geval zal dus het oude recht nog geldig zijn. Met betrekking tot de betaling van uw partneralimentatie, kunt u – indien nodig en gewenst – rechtsbijstand raadplegen.
Ik verwijs u tot slot graag door naar de volgende link over ‘Initiatiefwet Partneralimentatie‘. Hier kunt u de meest up-to-date Kamerstukken met betrekking tot de initiatiefwet vinden, waaronder de Memorie van Toelichting de dato 19 juni 2015. Ik hoop dat ik u hiermee voldoende op de hoogte heb gebracht van het verloop.

5 reacties


  1. ·

    Het enige juiste waar 80% van de Nederlandse bevolking achter staat (een ruime meerderheid dus) is het definitief afschaffen van de partneralimentatie. Elke andere maatregel van deze overheid leidt (overeenkomstig de huidige tijdgeest) op termijn tot extreem geweld tegen alimentatieparasieten en daardoor tot veel maatschappelijke onrust. Een overheid die tekort schiet in haar verplichtingen tegenover haar bevolking en deze onverschillig laat lijden is onbekwaam en op termijn niet te handhaven.

    Beantwoorden

  2. ·

    De Raad van State heeft boter op het hoofd. Het tegen grondwettelijk toestaan van deelname van de rechtspraak aan het wetgevende proces is verwerpelijk, niet in lijn met de “rechtstaat” en minachting van het volk. Tijd voor verkiezingen lijkt mij zo.

    Beantwoorden

  3. ·

    De realiteit van partneralimentatie in 2016: Elke dag zitten mensen met de handen in het haar omdat ze zwaar belast worden met 12 jaar partneralimentatie en niet weten hoe ze het in godsnaam moeten redden. En elke dag zijn er mensen die in hun handen wrijven omdat ze uitkijken naar 12 jaar lang genieten van iemand pijn te doen door op zijn of haar kosten te leven als een god in Frankrijk, terwijl de andere partij intussen voor haar of hem gaat werken. Hoelang gaat dit onrechtvaardige systeem nog duren? Is de regering er niet voor het welzijn van haar volk? Doe hier iets aan, aub. Mensen plegen zelfmoord hierdoor, als dit geen reden is om aan de alarmbel te trekken, wat is het dan wel?

    Beantwoorden

  4. ·

    Ik vraag me af welke inspanningen door de regering worden geleverd voor het terug aan het werk krijgen van iemand die tijdens het huwelijk niet heeft gewerkt en daarna 12 jaar partneralimentatie krijgt. Door zo lang partneralimentatie uit te keren, heeft hij/zij geen behoefte/stimulans om werk te zoeken want ze hebben tijd + geld om een luxueus leven te leiden. Wanneer de alimentatie stopt, zijn ze vaak in de 50 en al lang niet meer actief op de arbeidsmarkt. Hoe ouder ze worden, hoe kleiner de kans dat ze nog ooit aan het werk gaan. Is het niet beter om hen gedurende een paar jaar alimentatie + begeleiding (vb 2 jaar) naar een nieuwe job te voorzien ipv alle stimulans weg te nemen?

    Beantwoorden

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *